Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want het is geen [23]vijand, [die] mij hoont, anders zou ik het hebben gedragen; het is mijn hater niet, [die] zich tegen mij [24]groot maakt, anders zou ik mij voor hem [25]verborgen hebben. 23. Versta, geen openbaar vijand, want [wil hij zeggen] was hij mij openbaar vijandig geweest, zo zou het mij zo vreemd niet voorkomen en zo ondragelijk niet vallen. 24. Zie hfdst.35 vs.26. 25. Dat is, mij voor hem hebben kunnen wachten, hem ontgaan, ontwijken.